Noodweg natuur

Noodweg

Artikel 57 lid 1 BW van het burenrecht gaat over de noodweg en bepaalt het volgende: De eigenaar van een erf dat geen behoorlijke toegang heeft tot een openbare weg of een openbaar vaarwater, kan van de eigenaars van de naburige erven te allen tijde aanwijzing van een noodweg ten dienste van zijn erf vorderen tegen vooraf te betalen of te verzekeren vergoeding van de schade welke hun door die noodweg wordt berokkend.

Uit de woorden “te allen tijde” volgt dat de vordering tot aanwijzing van een noodweg niet kan verjaren. Een noodweg kan niet door verjaring ontstaan. De rechter kan voorwaarden opleggen aan de eigenaar van degene die de noodweg vordert. Echter zijn niet alle voorwaarden toegestaan, aldus de Hoge Raad.

De wettelijke vereisten om aanwijzing van een noodweg te kunnen vorderen

  • De eigenaar van een erf heeft geen behoorlijke toegang tot een openbare weg of openbaar vaarwater.
  • De eigenaar van het ingesloten erf betaalt vooraf een schadevergoeding of verzekert zich tegen het veroorzaken van schade.
  • De belangenafweging tussen enerzijds de eigenaar van het ingesloten erf en de eigenaars van de bezwaarde erven valt in het voordeel uit van de eigenaar van het ingesloten erf.

Bovengenoemde vereisten om aanwijzing van een noodweg te kunnen vorderen zal ik hieronder uitleggen.

De eigenaar van het ingesloten erf heeft geen behoorlijke toegang tot een openbare weg of openbaar vaarwater

Wanneer heeft een erf geen behoorlijke toegang tot de openbare weg of openbaar vaarwater? Het antwoord op de vraag of een erf een behoorlijke toegang heeft tot de openbare weg of het openbaar vaarwater hangt ervan af of bij het ontbreken van een noodweg een behoorlijke exploitatie van het ingesloten erf bij een normale bestemming van de aard als in het erf in het gegeven geval heeft, wel of niet mogelijk is. Zo heeft de Hoge Raad in 1990 bepaald. Regelmatig komt ook de vraag aan de orde of een behoorlijke exploitatie bij een normale bestemming bereikbaarheid per auto vereist. Thans mag worden aangenomen, zeker wat woonhuizen betreft, dat bereikbaarheid per auto behoort tot het normale gebruik dat bij een woning hoort.

Schadevergoeding

De eigenaar van het door de noodweg te bezwaren erf heeft recht op schadevergoeding en kan eisen dat de schadevergoeding vooraf wordt betaald of dat de betaling van tevoren is verzekerd. Dit houdt niet in dat de eigenaar van het erf die de noodweg heeft toegestaan zonder aanspraak te maken op vergoeding van de schade, in een later stadium geen schadevergoeding meer zou kunnen vorderen. Dit is afhankelijk van wat partijen met betrekking tot het aanleggen van de noodweg zijn overeengekomen. Onder schade in de zin van artikel 5:57 BW moet o.a. worden verstaan de kosten van de aanleg van de weg, gederfde opbrengst van de grond, immateriële schade, de kosten van onderhoud van de weg en de waardevermindering van de grond. De schadevergoeding kan worden bepaald op een bedrag ineens, maar ook periodieke betalingen zijn mogelijk. Zoals al eerder aan de orde kwam kan de vordering tot aanwijzing van een noodweg niet verjaren. De vordering tot het betalen van schadevergoeding kan echter wel verjaren.

Belangenafweging

Bij de aanwijzing van een noodweg maakt de rechter een belangenafweging. Hij houdt rekening met het belang van het ingesloten erf, dat langs die weg de openbare weg of het openbaar vaarwater zo snel mogelijk bereikt kan worden, en met het belang van de eigenaars van de bezwaarde erven om zo weinig mogelijk overlast van de weg te ondervinden.

Onvoorziene omstandigheden

Indien zich na de aanwijzing van de noodweg onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor die weg een grotere last aan de eigenaar van het erf veroorzaakt dan waarmee bij het bepalen van de schadevergoeding was gerekend, kan de rechter het bedrag van de vergoeding verhogen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een wijziging van de bestemming van het erf ten behoeve waarvan de weg strekt. Dit kan een verzwaring van de eigenaar van het erf waarover de noodweg loopt tot gevolg hebben. De eigenaar kan in dat geval een hogere vergoeding toekennen.

Verlegging wegens wijziging in de plaatselijke omstandigheden

Artikel 5:57 lid 4 BW bepaalt dat: “wanneer een wijziging in de plaatselijke omstandigheden dat wenselijk maakt, kan een noodweg op vordering van een onmiddellijk belanghebbende eigenaar worden verlegd”. Veranderingen in de plaatselijke omstandigheden kunnen het wenselijk maken dat de weg wordt verlegd. De verlegging kan worden gevorderd door de onmiddellijke belanghebbende. De verlegging kan ook plaatsvinden ten laste van het erf van een andere nabuur dat niet eerder was bezwaard met de noodweg.

Het einde van de noodweg

Een noodweg vervalt, ongeacht hoelang die heeft bestaan, zodra hij niet meer nodig is.

Image

U bent bij mij aan het juiste adres voor juridisch advies noodweg over o.a.

  • Komt u in aanmerking voor een noodweg?
  • Schadevergoeding en noodweg
  • Onvoorziene omstandigheden
  • Einde van de noodweg

Neem direct gratis en vrijblijvend contact op

    Naam

    Email

    Telefoon

    Omschrijving van uw probleem

    Eventuele bijlagen

    Neem gratis contact op

    Maandag t/m vrijdag van 9:00 uur tot 20:00 uur.
    Zaterdag van 10:00 uur tot 16:00 uur.
      06-43 54 35 17
      stuur een e-mail


    Meer over burenrecht

    Lees meer over burenrecht.