Paard strand natuur

Non conformiteit paard

18 september 2020
 / 

De meeste juridische conflicten bij paardenzaken zijn de verborgen gebreken. Een paard is een levend wezen met een eigen karakter. Tussen paard en mens bestaat dan ook vaak een emotionele band. In de wet gelden echter geen speciale regels voor paarden op het gebied van verborgen gebreken. Voor de wet is een paard een zaak en juridisch vergelijkbaar met dode voorwerpen als een auto of fiets. In de wet is het verborgen gebrek met name geregeld in artikel 7:17 BW, welk artikel ook voor de aan- en verkoop van paarden geldt. Het artikel bepaalt het volgende: De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.

Er is geen sprake van een verborgen gebrek als het gebrek al bij het aangaan van de koopovereenkomst zichtbaar of merkbaar was. In dat geval kan de koper dus niet met succes een beroep doen op non-conformiteit van een paard. Als het gebrek al te constateren was bij het aangaan van de koopovereenkomst en koper toch over gaat tot aankoop van het paard dan accepteert de koper het paard zoals deze is, inclusief het gebrek. Feitelijk zal de koper in dat geval al gecompenseerd zijn door de lagere koopprijs.

Gratis advies vragen

Verborgen gebreken

Het gekochte paard moet voldoen aan de redelijke verwachtingen van koper. Koper mag verwachten dat het paard normaal als paard kan worden gebruikt of voor bijzonder gebruik, als dit door koper duidelijk aan verkoper kenbaar is gemaakt voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst. Als het paard niet geschikt blijkt te zijn voor normaal gebruik, of het kenbaar gemaakte bijzondere gebruik, heeft het paard in juridische zin een gebrek. Wat betreft bijzonder gebruik kunt u bijvoorbeeld denken aan een paard dat gekocht is voor de dressuursport. De afwijking is van belang voor het doel waarvoor het paard is gekocht. Onvruchtbaarheid is bij een fokmerrie een gebrek, bij een sportpaard is kreupelheid een gebrek maar dit is geen gebrek voor een fokmerrie. Het doel waarvoor het paard is aangeschaft (gebruiksdoel) is belangrijk wanneer het een verborgen gebrek betreft. Bepaalde kwaliteiten en eigenschappen van het paard zijn afhankelijk van het gebruiksdoel.

Mededelingsplicht

Voorafgaand aan de koopovereenkomst dient de verkoper de bij hem bekende gebreken te melden over het paard aan de koper welke van belang zijn voor de koopovereenkomst. De verkoper heeft een zogenaamde mededelingsplicht. Indien de verkoper op de hoogte is van een gebrek aan het paard dient hij dat aan koper mede te delen. Doet hij dat niet, dan is verkoper in beginsel aansprakelijk voor de schade die koper vanwege het verborgen gebrek lijdt.

Van belang is verder dat de mededelingsplicht prevaleert boven de onderzoeksplicht. Dit betekent dat een verkoper die zijn mededelingsplicht niet nakomt niet onder zijn aansprakelijkheid uit kan komen door te stellen dat koper zijn onderzoeksplicht niet goed is nagekomen. Met andere woorden de verkoper zal de koper in het algemeen niet kunnen verwijten onvoldoende onderzoek te hebben gedaan als verkoper bepaalde eigenschappen van het paard heeft toegezegd of gegarandeerd. Van een dergelijke toezegging of garantie is geen sprake als verkoper het paard in algemene bewoordingen heeft aangeprezen, bijvoorbeeld met de woorden: “prima paardje”.

Onderzoeksplicht

Ook gebreken die niet direct waar te nemen zijn kunnen voor risico van de koper van het paard komen. De koper heeft een onderzoeksplicht. Die onderzoeksplicht kan verder gaan dan het visueel nagaan of het paard wat mankeert. De wet gaat ervan uit dat de koper niet zomaar tot koop dient over te gaan. De koper zal het paard eerst moeten onderzoeken of laten onderzoeken voordat er een koopovereenkomst wordt gesloten. Met name als het paard aangeschaft wordt voor een bijzonder doel, mag van de koper verwacht worden dat hij het paard door een dierenarts/deskundige laat onderzoeken.

Klachtplicht

Artikel 7:23 BW: De koper kan er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. Wat onder “bekwame tijd” moet worden verstaan is niet altijd duidelijk. Als een consument koopt van een handelaar is een klacht binnen 2 maanden na ontdekking in ieder geval tijdig. Als koper een gebrek constateert is het raadzaam om tijdig te klagen bij de verkoper. Als de koper niet tijdig klaagt zal hij zijn rechten verliezen! Een koper moet dus niet te lang wachten om in actie te komen.

Omkering van de bewijslast bij consumentenkoop

Er is sprake van een consumentenkoop (artikel 7:5 BW), wanneer de koper een consument is en de verkoper een professionele paardenverkoper (bijvoorbeeld een manege of paardenhandelaar). In de wet is bepaald dat wanneer een zaak (paard) binnen één jaar een gebrek heeft, de verkoper moet bewijzen dat het geleverde paard wél goed was bij levering. Er is in dergelijke kwesties dus sprake van omkering van de bewijslast. Bij een koopovereenkomst tussen twee particulieren of twee professionele partijen geldt de omkering van de bewijslast niet.

Naar de rechter

Als verkoper naar aanleiding van de klacht van de koper niet bereid is het paard terug te nemen of koper schadeloos te stellen, zal koper zich afvragen of hij de zaak zal voorleggen aan de rechter. Koper zal daarbij zijn juridische kansen afwegen en daarbij de mogelijke kosten en opbrengsten van een procedure betrekken, bij de beslissing al dan niet procederen? Wanneer de zaak voor de rechter wordt gebracht, dan dient dat plaats te vinden binnen uiterlijk twee jaar na de hiervoor bedoelde klacht (die binnen bekwame tijd dient te worden gedaan). Deze termijn kan eventueel worden gestuit door een schriftelijke mededeling van koper aan verkoper. Door het stuiten zal de termijn van twee jaar telkens opnieuw gaan lopen. Als de koper zijn zaak niet binnen 2 jaar bij de rechter aanhangig maakt zal zijn vordering zijn verjaard.

Ontbinding van de koopovereenkomst

Artikel 6:265 BW bepaalt het volgende: kan iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. De koper van het paard met een gebrek kan bij de rechter ontbinding van de koopovereenkomst vorderen. Bij toewijzing van de vordering heeft de koper recht op terugbetaling van de koopsom en zal het paard terug gaan naar de verkoper. Niet elk gebrek zal volledige ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen. Er kan een gedeeltelijke ontbinding plaatsvinden. Dit wil zeggen dat de rechter een bedrag toewijst welke in mindering op de koopsom wordt gebracht. Dit bedrag staat in verhouding met de ernst van het gebrek.

Dwaling

De koper van een paard met een gebrek kan ook vorderen dat de koopovereenkomst op grond van ‘dwaling’ wordt vernietigd. Artikel 6:228 BW: Een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij de juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar. Dwaling kan te wijten zijn: aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten(sub a); indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten (sub b); indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden(sub c). Met andere woorden van dwaling is sprake indien koper, en eventueel ook de verkoper, bij het sluiten van de koopovereenkomst een verkeerde voorstelling van zaken had. Een beroep op dwaling zal echter niet slagen als koper onvoldoende zijn onderzoeksplicht is nagekomen. Als verkoper zijn mededelingsplicht niet is nagekomen is een beroep op dwaling wel weer mogelijk.

Bij een geslaagd beroep op dwaling zal de verkoper de koopsom moeten terugbetalen aan koper. Ook is gedeeltelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling denkbaar met een gedeeltelijke terugbetaling van de koopsom.

Schadevergoeding vorderen

Bij de rechter kan naast ontbinding of vernietiging van de koopovereenkomst ook schadevergoeding worden gevorderd. Denk daarbij aan kosten voor stalling en voeding van het paard, maar ook aan onderzoekskosten en eventuele juridische kosten.

Conclusie

In de rechtspraak geldt doorgaans: wie stelt moet bewijzen. De koper moet dus kunnen bewijzen dat het paard al het gebrek had toen hij het paard kocht. Wanneer er sprake is van een consumentenkoop is het zo dat wanneer een paard een gebrek vertoont binnen zes maanden nadat het paard gekocht is, ervan uit wordt gegaan dat het paard dit gebrek al had toen je het kocht. De bewijslast is lastiger wanneer er geen sprake is van consumentenkoop. In dat geval heeft de koper te maken met antedateringstermijnen of zal bewezen moeten worden dat het paard het gebrek als had door middel van bijvoorbeeld een verklaring van een arts of getuigenverklaringen.

De koper kan op grond van de wet juridische maatregelen nemen tegen de verkoper als het paard niet die eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik, of een van te voren kenbaar gemaakt bijzonder gebruik, nodig zijn, terwijl koper geen verwijt kan worden gemaakt dat hij zich niet gehouden heeft aan zijn onderzoeksplicht.

Het is aan te raden dat er een keuringsrapport aanwezig is met daarbij een koopcontract van het paard. In het koopcontract dient een goede omschrijving van het paard te staan zoals bijvoorbeeld de doelstelling als de mededelingen van de verkoper. Het is eveneens raadzaam om na te gaan of de verkoper een particulier of een handelaar (ondernemer) is. De rechter zal uiteindelijk moeten bepalen in hoeverre de verkoper verantwoordelijk is.

Neem direct gratis en vrijblijvend contact op

    Naam

    Email

    Telefoon

    Omschrijving van uw probleem

    Eventuele bijlagen

    Neem gratis contact op

    Maandag t/m vrijdag van 9:00 uur tot 20:00 uur.
    Zaterdag van 10:00 uur tot 16:00 uur.
      06-43 54 35 17
      stuur een e-mail